Kloof tussen jonge- en meer ervaren docenten. Artikel in onderwijsblad van 12 tot 18 mei 2025
Kloof tussen jonge en meer ervaren docenten
Veel onderwijsinstellingen proberen vanaf dag één de leerlingen een onderzoekende en innovatieve houding aan te leren. Al sinds Socrates staan kritisch bevragen en reflecteren hoog in het vaandel in het onderwijs, maar hoeveel scholen doen dit ook binnen hun eigen organisatie, met hun eigen medewerkers? Bij De Nieuwste School in Tilburg besloten ze de daad bij het woord te voegen.
Op De Nieuwste School vinden ze het van belang om nieuwe, jonge docenten goed te laten landen, zodat ze een fijne werkplek hebben. De school beschikt dan over docenten die zich competent en ondersteund voelen om bevlogen en betrokken aan het werk te gaan. Steeds vaker echter kregen ze op de school de indruk dat de huidige generatie werkzoekenden andere wensen en behoeften heeft. Ze vroegen zich af of ze het HR- en inductiebeleid daarop moesten aanpassen en waar ze zich als school konden verbeteren.
De schoolleiding wilde daarom input en feedback ophalen, zowel intern als extern. Centrale vraag van het onderzoek was: waarin verschillen de behoeftes van jonge, startende docenten van die van docenten die al langer voor de klas staan?
Cultuurpatronen
De onderzoeksmethode van de Academie voor Organisatiecultuur kenmerkt zich door de klassiek antropologische participerende observatie. De onderzoeker probeert zo veel mogelijk in de school mee te draaien om te achterhalen wat als normaal ervaren wordt en de perspectieven van de ‘binnenstaanders’ te verzamelen. Door observaties en formele en informele gesprekken worden de cultuurpatronen duidelijk. Die zijn vervolgens met zowel de schoolleiding als het voltallige personeel gedeeld.
Kloof
Het onderzoek leverde verrassende en ook confronterende conclusies op. Een aantal jonge docenten ervoer een kloof tussen hen en de zittende groep docenten, die nog niet op een constructieve manier werd overbrugd. Jonge docenten voelden niet altijd ruimte om anders te denken en zaken adaptief te benaderen. Zonder dat er verkeerde bedoelingen waren was er op de school tóch een taboe: op een andere manier naar uitdagingen kijken bleek moeilijk bespreekbaar. Hoewel het vaak aannames betrof, werd gevoeld dat bepaalde manieren binnen de school niet onderhandelbaar waren of ter discussie konden worden gesteld: ‘zo is het hier nu eenmaal’ overheerste.
Aan de goede sfeer en de warme en open ontvangst, bleek geheel tegen de verwachtingen in een voorwaarde te zitten: dat je je invoegt in de bestaande waarden en normen.
Gedragscodes
De school heeft een heldere visie op onderwijs en een uitgewerkt onderwijsconcept. De kaders voor pedagogisch en didactisch handelen staan duidelijk op papier. Maar daar blijkt het niet altijd om te gaan. De ervaren docenten dragen niet-uitgesproken gedragscodes uit en leven die na, vaak ook onbewust, en daarover lijkt geen discussie mogelijk. Pas toen dat benoemd werd, kon de schoolleiding het waarnemen en er leiding aan geven. Op zoek gaan naar taboes betekende dat de school meer zicht kreeg op de kern van de (organisatie)cultuur. Nadat ze zich dat gerealiseerd hadden, heeft de schoolleiding zich de vraag gesteld of ze dit taboe wilden koesteren of dat de tijd was aangebroken om ruimte te maken voor nieuwe betekenisgeving.
Leren zwemmen
In de terugkoppeling van het onderzoek werd gekozen voor de metafoor ‘leren zwemmen’. Het mooie van die metafoor is dat het uitspreken ervan meteen leidt tot duidelijkheid en inzicht. Ook was de metafoor confronterend in de zin van: ‘Oeps, doen wij dat zo?’ Met die metafoor kunnen cultuurpatronen in een begrijpelijk narratief met elkaar verbonden worden. Er ontstaat dan een taal om te bespreken wat voorheen wellicht gevoeld werd, maar niet werd uitgesproken. Gesprekken over hoge werkdruk ontstaan bij topsport en wedstrijdzwemmen, bij autoriteit in de groep komt de badmeester om de hoek kijken en als onderdelen binnen de school niet samenhangen, ontstaat het gevoel los van elkaar baantjes te trekken.
Groepsgesprek
Nadat de onderzoeksresultaten met het team gedeeld waren vond er een groepsgesprek plaats om te bespreken in hoeverre de bevindingen herkenbaar waren. Hierbij werden ook ideeën verzameld over hoe het anders zou kunnen binnen de school. Docenten deelden hun ervaringen met en gedachten over de besproken cultuurpatronen.
Aangezien iedereen verschillend is, wordt het werk en de omgang door iedereen anders ervaren. Toch is het vaak verhelderend als deze perspectieven zonder oordeel uitgewisseld worden. Het helpt om te kijken wat er nodig is om voor iedereen een prettige werkplek te creëren. Deze middag bleek er een hoge betrokkenheid om dit voor alle groepen docenten te realiseren.
Concrete stappen
De inzichten uit het onderzoek en het groepsgesprek hebben voor De Nieuwste School geleid tot verschillende concrete stappen. Enerzijds is het inductieprogramma van de school fors herzien; er is nu meer focus op de rol en identiteit van de expert, waarbij er samen stilgestaan wordt bij de overtuigingen en kernwaarden van de school. Daarnaast bleken het onderzoek en de terugkoppeling voor de schoolleiding een moment voor herijking van de missie en de visie om beter aan te kunnen sluiten bij wie we zijn én willen zijn op De Nieuwste School. Een andere concrete actie was het verhelderen van verantwoordelijkheden. De schoolleiding wil ervoor zorgen dat duidelijk is met welke vragen je bij wie terecht kunt binnen de school.
Met dit onderzoek en de oplossingsgerichte aanpak heeft De Nieuwste School laten zien dat echt luisteren naar elkaar, zowel intern als extern, de basis vormt voor groei en innovatie. Het vraagt moed om aannames te doorbreken, taboes te bespreken en ruimte te maken voor frisse perspectieven. Samen bouwen ze bij De Nieuwste School in Tilburg aan een cultuur waar leren de voorwaarde is voor innoveren.
Auteurs: Drs. Marieke van den Hurk is rector van De Nieuwste School in Tilburg, drs. Ludo van der Gun en dr. Danielle Braun zijn beiden antropoloog