Als er iets verschrikkelijks gebeurt….
Jonge kinderen onder een trein. Zo verschrikkelijk dat het velen raakt. Al kennen we de kinderen niet. Al sterven er dagelijks duizenden kinderen overal op de wereld. De empathie is niet rationeel. Maar is er wel. Dit verdriet liet niet onberoerd.
Drie modellen om het on-gelooflijke te verklaren
Als er een ramp gebeurt, een vliegtuig wordt uit de lucht geschoten, kinderen komen onder een trein, een Italiaanse brug stort in, natuurgeweld, dan heb je te dealen met het on-geloofelijke. Het buiten-gewone. Wij mensen ordenen graag de wereld om ons heen. We hebben dagelijkse gewoonten en gebruiken en verklaringen voor alles wat er in onze omgeving gebeurt. Voor het weer, voor omgang met elkaar, voor hoe we liefhebben, werken, oud worden, macht verdelen, … Die ordening noemen we cultuur. Maar als er een ramp gebeurt, dan schiet die culturele ordening tekort. Ontstaat er chaos in ons hoofd. We hebben geen ‘normale’ culturele verklaring voor het buiten-gewone. Jonge kinderen horen niet door een trein gegrepen te worden en vliegtuigen niet uit de lucht geschoten te worden. Bij zo’n extreem buiten-gewone gebeurtenis hebben mensen drie culturele modellen om toch om te kunnen gaan met de paniek, de chaos, het ongeloof, de wanhoop. Welke je ‘kiest’ hangt af van lange culturele vorming van de groep, het volk, de tribe, de organisatie. En van hoe je als individu in elkaar zit, je unieke voorkeur en psychologische vorming.
Het aanklaag- en offermodel
Het eerste model dat we vaak inzetten, is dat we op zoek gaan naar een schuldige. Binnen of buiten onze eigen groep. We externaliseren. We vinden het heel belangrijk om een dader aan te wijzen van een misdrijf of van oorlogsgeweld. Die sporen we op en klagen we aan. We hangen dan ook aan de televisie gekluisterd als in een moordzaak van jaren geleden, een dader wordt gevonden in een Franse woongroep. Willen perse weten wie er achter de aanslag op de MH17 zat. Eindelijk gerechtigheid, en daarmee weer rust, daar waar de culturele orde was verstoord. We vinden het prettig als er bij een bankencrises een aantal bankdirecteuren wordt ‘geofferd’. Ingesmeerd met knoflook en Spaanse peper en ‘aan de Goden geofferd’. Aanklaging en offering is van alle eeuwen en tijden. Door een schuldige te benoemen, binnen of buiten de eigen tribe, ban je het kwaad uit de samenleving. Het is daarbij belangrijk dat je daar luid over communiceert. Een schandpaal op het dorpsplein zet. Dat zien we in organisaties ook. Als er een patient overlijdt op de operatietafel en de arts wordt door het ziekenhuis ontslagen, dan staat de afdeling voorlichting paraat om uit te leggen dat het aan die ene arts lag en niet aan het totale systeem van samenwerking op de OK. We herstellen de orde in de groep door ‘de duivel’ te verbannen.
Het verstrakte proceduremodel
Wat we ook kunnen doen is niet externaliseren, maar juist naar onszelf gaan kijken. Internaliseren. We zijn door elkaar geschud en vragen ons af hoe het verschrikkelijke heeft kunnen gebeuren. En we moeten voorkomen dat dat ooit weer gebeurt. Onze tribe versterken. Onszelf beter bekwamen. Muren bouwen. En dan duiken we in onze systemen, processen, vaardigheden om te zien waar die tekort schoten. De roep om veiligheid klinkt luid in dit culturele model. Zijn de bakfietsen die veel in de kinderopvang worden gebruikt wel veilig? Hebben de bestuurders ervan wel een opleiding gehad? Moeten we niet alle spoorwegovergangen in Nederland ondertunnelen? We trekken regels en veiligheidsprotocollen aan. Het gevolg van een ramp kan dan ook zijn dat er overmatige regulering en regelgeving ontstaat. We bieden elke zwangere een echo aan. In organisaties zie je dan vaak dat er een cultuur ontstaat waarbij iedereen erg gebrand is op het voorkomen van fouten en daarmee de flow uit het bedrijf verdwijnt. We verhogen een balie als er een boze client overheen is gesprongen. We roepen dat we docenten op een universiteitscampus moeten bewapenen.
Het bidden tot de Goden model
Soms is het ondenkbare zo on-gelooflijk dat we het niet kunnen verklaren binnen onze groep van medemensen. Hebben we geen invloedmogelijkheden. Kunnen we geen schuldige aanwijzen en helpt het niet om hand in eigen boezem te steken en processen te verbeteren. Het enige wat we dan kunnen doen is erkennen dat er buiten-gewone rampen zijn die ons zomaar kunnen overkomen. Dan richten we ons tot het hogere. Tot God of de Goden. We hebben daar in elke cultuur wel woorden voor… Zijn wil geschiede… Insjalallah, IJs en weder dienende, Het heeft zo moeten zijn,… We wenden rituelen aan om troost bij elkaar te vinden en de steun van de tribe te ervaren. Als iets te erg is om waar te zijn; jonge kinderen zo wreed uit het leven gerukt, dan vinden wij mensen troost bij rituelen, gebeden en (religieus) samenzijn. Rituelen helpen ons om veiligheid te hervinden. Al kunnen we de gebeurtenis niet keren, we gaan er tenminste samen doorheen. Daarom houden we stille tochten, steken we kaarsjes op ook al zijn we niet kerkelijk gebonden, tekenen we een condoleanceregister. Het helpt… troost vinden in gemeenschapszin. Geeft nieuwe culturele ordening en verbondenheid.
Dealen
Als er iets verschrikkelijks gebeurt… Dan zie je alle drie de modellen in hoog tempo voorbijkomen in media en in gesprekken met mensen om je heen. Het buiten-gewone. Het on-gelooflijke. We hebben er mee te dealen. Dat doet elke groep, elke tribe, elk mens op zijn eigen manier.
Dr. Danielle Braun is antropoloog. Schrijver van de boeken ‘de Corporate Tribe’ ‘Building Tribes’ en Da’s Gek’. Ze spreekt en schrijft over organisatiecultuur. Begeleidt leiders bij conflict en verandering. Ze is Directeur van de Academie voor Organisatiecultuur. Onder de titel #antropoloogdesvaderlands geeft ze duiding aan de dingen die om ons heen gebeuren.