Manterrupting. Mannen onderbreken mannen in het gesprek, maar bij vrouwen doen ze dat drie keer zo vaak. Interview in Volkskrant 12 maart.
Margreet Vermeulen
Vrouwelijke ministers hebben aangekaart dat premier Rutte hen vaker onderbreekt tijdens vergaderingen dan hij doet bij mannen. Dat zou zomaar kunnen kloppen. Want mannen praten gemiddeld bijna drie keer vaker door het betoog van een vrouw heen dan door het betoog van een man, blijkt uit verschillende wetenschappelijke studies.
Manterrupting heet het verschijnsel. Een variant op de woordspeling mansplaining: een man die iets op een neerbuigende, betuttelende manier aan een vrouw uitlegt.
Naar manterrupting wordt door taalkundigen al vijftig jaar onderzoek gedaan, meestal simpelweg door te turven hoe vaak gesprekspartners elkaar onderbreken, in het echte leven en in laboratorium studies. En telkens blijkt dat mannen vaker interrumperen dan vrouwen; meestal nemen ze zelfs zo’n driekwart van alle interrupties voor hun rekening.
Volgens de Nederlandse corporate antropoloog Daniëlle Braun hanteren vrouwen tijdens gesprekken een soort ping-pong regels. ‘Nu mag jij. Daarna ben ik. Ze laten ook zien dat ze naar de ander luisteren, en daarmee stimuleren ze dat de ander doorpraat.’ Het lijsttrekkersdebat tussen Ploumen en Kaag was daar een illustratie van. ‘Mannen doen het anders. Die praten, praten, praten. Punt. Dan nemen ze een snelle ademteug en gaan ze weer praten, praten, praten. Punt. Dat maakt het lastig er doorheen te breken.’
Onder taalkundigen geldt Rutte als kampioen ‘aan het woord blijven’, aldus conversatie-analist Tessa Charldorp van de Universiteit Utrecht. ‘Met ellenlange zinnen, met opsommingen - zodat de luisteraar weet dat hij even de tijd gaat nemen, handgebaren en soms door even de stem te verheffen, weet Rutte als geen ander te voorkomen dat hij wordt onderbroken’, aldus conversatie-analist Tessa Charldorp van de Universiteit Utrecht. ‘En als je die techniek beheerst kun je hem ook gebruiken om de momenten te vinden waarop je bij een ander kunt inbreken.’
Wat volgens Charldorp ook meespeelt is dat mannen nu eenmaal vaker hogere posities bekleden. En als je een vergadering leidt of anderen moet aansturen, hoort het er misschien een beetje bij: dat je andere in de rede valt.’
Macht speelt sowieso een rol bij manterrupting, meent antropoloog Braun. ‘Als we iemand ontmoeten, schatten we in een tiende van een seconde in wie boven ligt, wie onder of dat er leuk samengewerkt kan worden. Dat doen we op basis van hele primaire dingen als lichaamslengte, stemhoogte, wel/geen dialect, huidskleur, charisma, sekse. Die score bepaalt onze interactie. Als je denkt hoger te scoren dan de ander, dan ben je geneigd vaker het woord te nemen en iemand sneller in de rede te vallen.’
Dat zou betekenen dat interrumperen vooral samenhangt met (machts)posities en veel minder met de sekse zelf. Hier houdt de overeenstemming onder wetenschappers op. Op basis van een observationele studie in een tech-bedrijf concludeerde de Amerikaanse linguïst Keiran Snyder in 2014: hoe hoger de senioriteit des te vaker hij of zij anderen onderbreekt’, vatte zij haar bevindingen samen. Dan zou er dus - als mannen en vrouwen gelijke posities innemen - geen manterrupting meer bestaan. Onzin, meent Tonja Jacobi, hoogleraar in de rechtsgeleerdheid in Chicago, die begin deze eeuw turfde hoe vaak de mannelijke en vrouwelijke rechters van het Amerikaanse Hooggerechtshof elkaar onderbraken. Hoewel een kwart van de rechters in die periode vrouw was, pleegden ze samen slechts 4 procent van de interrupties. Tegelijkertijd hadden ze een drie keer grotere kans om niet uit te kunnen praten dan hun mannelijke collega’s. Manterrupting is dus niet zomaar de wereld uit.