Stockholm. Waar ik graag die hoge belasting zou betalen - Column 31 januari
Vooruit reizen
Als antropoloog reis ik over de wereld om te leren van wat we al weten. Meestal vind ik vergeten wijsheid en levenslessen, bij traditioneel levende volken. Vorige maand reisde ik juist vooruit in moderniteit. Naar Stockholm. Nu ben ik een beetje verliefd.
Schoon, schoner, schoonst
Stockholm is schoon. Heel erg schoon. Er ligt geen afval op de straat. Geen. Nada. Noppes. Nul. De oude statige panden en de nieuwbouwwijken zijn fris en kleurrijk. Er zit geen uitstootaanslag op kerken en monumenten. Alles straalt. En alles doet het. En nog klimaatvriendelijk ook. Het station wordt deels verwarmd met de lichaamswarmte van reizigers. Als je op de bus wacht, kan dat in een verwarmde busterminal, waar er een sluis opengaat als jouw bus klaar staat. Als je ziek bent, loop je een ziekenhuis in. In je gootsteen zit een 'grinder'. Je fruitschillen en eierdooiers gooi je in je spoelbak waar een apparaatje het vermorzelt en wegspoelt, waarna het composteert. Het vele water, magisch blauwe licht met overdosis vitamine D, en het feit dat het de enige stad is met een Nationaal Natuurpark ín de stad helpt ook.
Je eigen wc-hokje
Ik had het pas na twee dagen door. Dat er geen mannen- en vrouwentoiletten zijn, maar gewoon... WC's. Geen gemier over genderneutrale toiletten. Vermoeiend vind ik het, zowel de voor- als tegenstanders. Alsof je hele leven en identiteit afhangen van je pispotkeuze. De reden dat ik het niet door had tijdens mijn Stockholm-tripje, was simpelweg, omdat alle beren op de weg er niet waren. Je hoeft niet bang (of verheugd) te zijn dat je leuter wordt gekeurd door een binnenkomende dame. Of dat je via de spiegel wordt geobserveerd tijdens het lippenstiften. De oplossing is simpel. Gewoon ieder een eigen hokje, met een eigen wasbakje en spiegel en geen centrale binnenloopruimtes. WC's als een rijtje lockers naast elkaar. Merk je niks van, iedereen blij. Woke zijn is dan helemaal geen issue en je hoeft het er dus ook niet de hele dag meer over te hebben.
Papa's in het straatbeeld
Heel vrolijk. Al die papa's achter de kinderwagen of Zweedse Kabouterdansjes aan het doen in het park. In Zweden hebben zowel mama's als papa's twee weken bevallingsverlof. Daarna krijgen ze samen 480 dagen verlof, waarvan het de bedoeling is dat papa er ook tenminste 90 van gebruikt, anders vervallen ze. Resultaat van de papa-betrokkenheid is dat de Stockholmse kinderwagens van Ferrari-kwaliteit zijn. Ondanks de vergevorderde emancipatie is het duidelijk wie er over de keuze van het wagenpark gaat.
Je moet mensen een beetje helpen
Zweden als walhalla? Zo simpel is het niet. Het perfectie imago wordt ingehaald door nieuwe realiteit. Sociale segregatie tussen arm en rijk, mede langs lijnen van huidskleur en afkomst, veroorzaken onvrede en rellen. Er verdwijnen te snel bossen. De huizenprijs stijgt torpedisch. Toch lijkt Zweden dingen te snappen, die wij in Nederland na 12 jaar neo-liberale semimarktwerking alleen nog maar in onze dromen zien. Goedkoop is het niet. Belastingen zijn torenhoog. Saai? Wellicht een beetje. Maar ook comfortabel. Zorgzaam. Streng. Lief. Zoals een vrouw uitdrukte: 'We blijven mensen hé en worden niet vanzelf deugdzaam. In Zweden helpen we je om dat meer te zijn'. Als ik een Zweedse Kabouter was zou ik graag die torenhoge belasting betalen. En het dan geen belasting meer noemen. Maar samenlevingsbijdrage.
Context, momentum, gepastheid
Ieder zal eigen conclusies trekken naar aanleiding van deze gedachtenspinsels. Het is voor mij een bevestiging dat taal ertoe doet. Dat woorden kracht hebben. Dat context, doel, momentum ertoe doen. En dat zowel de wet en de feiten belangrijk zijn, als ook het gevoel en de mores. En dat ik de vraag of iets gepast is graag wil mogen blijven stellen. Ver na 2022. En binnen de wet.