Politieke verantwoordelijkheid nemen voor een ontzielde organisatie - Column DFT 18 januari 2021
Machteloosheid
Wiebes stapt op: "Ik loop hier al heel lang mee rond. Het verlaat mij niet meer. Ik heb lang nagedacht wat ik beter had kunnen doen. Ik heb niet kunnen ontdekken wat ik redelijkerwijs had kunnen weten of doen om dit te voorkomen. Dat maakt het alleen nog maar verdrietiger."
De machteloosheid was te lezen in zijn ogen. Politieke verantwoordelijkheid nemen voor een ontzielde organisatie moet het meeste vervreemdende zijn wat bestaat.
Mensen zijn tribale wezens. We leven bij voorkeur in groepen van 150 mensen. Dan kennen we elkaar nog bij naam, en hebben we zicht op wie we wel en niet kunnen vertrouwen. We leven inmiddels in veel groter verband. We hebben systemen gebouwd, waarmee we op veel grotere schaal kunnen communiceren. Daarmee wordt de wereld meer een geheel, maar vóelt die wereld minder heel.
In ontzielde organisaties doet ieder een stukje, waardoor niemand in de gaten heeft dat er geweld wordt toegepast of een 'dossier' onmenselijke trekken krijgt. Net als bij de doodstraf middels een injectie in de VS: vier mensen drukken tegelijk op een knop waar vier bestanddelen in een slang in een centraal reservoir worden verzameld, waarna het mengsel het lichaam van de veroordeelde in gaat. Niemand is dus in zijn of haar eentje verantwoordelijk voor de dood. Door een proces in stukjes te hakken, wordt het minder erg om eraan mee te werken. Degne die de rode stempel zet, hoeft zelf niet de auto te komen innen bij de gedupeerde moeder in de toeslagenaffaire.
We ontzielen. Ont-noemen. Compartementaliseren. We delen mensen op in stukjes. We bespreken leerlingen aan de hand van Cito-scores. We hebben in de ouderenzorg bewonersprotocollen in plaats van oog voor mevrouw De Vries. Delen ziekenhuizen op in specialismen in plaats van dat we naar de zieke mens als geheel kijken. Hebben het over asielzoekersproblematiek en niet over Mohammed die zijn land moest ontvluchten. Brengen de knie van kamer 34 naar de operatiekamer in plaats van Lizette die graag sport.
In grote organisaties zijn we kampioen in ontzielende terminologie. Overigens niet altijd met slechte bedoelingen. Soms is verstandig om te ont-noemen. Als je als chirurg in een menselijk hart gaat snijden, is het heel goed dat je niet weet dat meneer Jansen twee jonge kinderen heeft en dat zijn vrouw zwanger is. Dan is het nuttig om een groene doek over meneer Jansen heen te leggen voor je gaat snijden. Als je een verbouwvergunning afgeeft als gemeenteambtenaar is het fijn als dat bij alle inwoners van de gemeente volgens dezelfde regels gebeurt, en er geen willekeur is omdat iemand de ambtenaar kent of in een sjieke buurt woont.
Opdelen kan nuttig zijn. Maar als we het te veel doen, is het effect dat we in organisaties emotioneel afstand nemen. Dan vervreemden we. Van elkaar. En uiteindelijk kijken we machteloos en verweesd naar ons zelf.