Niet alles hoeft gezegd te worden - column DFT 30 december
Oudjaarsavond. Eszra zit aan tafel bij haar zus met uitgebreide familie-met-aanhang-en-de buurtjes. Zus heeft een spel bedacht. Het 'open up with youre beloved ones spel'. Onder elk bordje ligt een stapel kaartjes. Met vragen. Ze doen Eszra denken aan Pickwick theezakjes. Of aan het 'doe-durf-of-de-waarheid', dat in haar studentenhuis steevast in megalomane stripacts en vrijpartijen uitmondde omdat niemand voor 'de waarheid' wilde kiezen. Het is de bedoeling dat je om de beurt een van vragen beantwoord.
Zo komt ze die avond te weten dat Opa Daniël al maanden last heeft van slijmerige diaree. Dat buurvrouw Nel fantaseert bij het beeld van het met drie mannen op de achterbank van haar auto doen. Neefje Storm een knopenfobie heeft. Joshua , de man van Jacob, vanavond eigenlijk liever bij zijn minnaar zou doorbrengen. En dat de psychiatrische diagnose van aangetrouwde nicht Annegien net is veranderd van borderline naar ADHD met PTSS.
Eszra is verward. Want ze pleit op haar werk erg voor 'alles moet op tafel komen'. Ze is teamcoach bij een telecom bedrijf. Daar begeleidt ze teams, waarbij ze graag ziet dat mensen hun kwetsbaarheden delen met collega's. Haar nieuwste project heet dan ook 'bring youre whole self to the workspace'.
Maar vanavond twijfelt ze. Het is gewoon te veel. Bijna gênant. Biografische naaktheid. Emo-porno. Ziels-incontinentie. Mentale striptease. Kwetsbaarheidswedstrijd. Gevoels- exhibitionisme. Ze peinst over het oeroude nut van taboes. Moet alles wel altijd gezegd worden? Of heeft op je tong bijten ook iets moois in zich?
Waar je een pleidooi kunt houden voor ‘alles moet op tafel komen’, zijn er veel, heel veel culturele constructen die gaan over taboes. Ieder volk, organisatie of team heeft zo zijn of haar eigen variant. Een taboe is iets dat wordt beschouwd als ongepast om te gebruiken, te doen of over te spreken. Het woord taboe is afkomstig uit Polynesië, waar het stond voor een religieus verbod op bepaalde plaatsen, voorwerpen, personen of acties.
In elke cultuur, elke groep, kennen mensen wel taboes. Taboes hebben een functie. Ze zijn functioneel of waren dat. Zo kennen we taboes rondom het bereiden van eten. Halal of Kosher, of een verbod op het eten van mensen vlees bijvoorbeeld. Of taboes die gaan over gezagsrelaties of het aangaan van intieme relaties. Een voorbeeld van zo'n taboe is dat we vinden dat onderwijzers en leerlingen geen relaties met elkaar moeten onderhouden. Of beleefdheidstaboes. Zoals dat je niet in je kruis krabt tijdens het kerstdiner. Of dat je niet zo maar de directiekamer binnen loopt. Taboes helpen om sociale relaties vorm te geven. Ze zijn een sterk middel in cultuurvorming. In het spectrum ‘wees jezelf en pas je aan’ zijn taboes de tools om tegen individuen in een groep te zeggen ‘pas je aan’.
Eszra pakt haar kaartje met de vraag 'wat zou je heel graag willen in het leven'. 'Plassen' zegt ze. En verdwijnt een uur naar het toilet.
Dr. Danielle Braun is corporate antropoloog. Reist de wereld rond op zoek naar wat we van tribes overal op de wereld kunnen leren over onze eigen samenleving. Schrijver van de boeken ‘de Corporate Tribe’ ‘Building Tribes’ en Da’s Gek’. Ze spreekt en schrijft over organisatiecultuur. Begeleidt leiders bij conflict en verandering. Ze is Directeur van de Academie voor Organisatiecultuur. Onder de titel #antropoloogdesvaderlands geeft ze duiding aan de dingen die om ons heen gebeuren. In Januari staat Danielle met een theater op de planken van zes theaters in Nederland.
Deze column is verschenen in De Financiële Telegraaf op 30 december.