Het went niet echt geen handen geven - column DFT 13 juli 2020
Twee dagen
Slechts twee dagen duurde het. Dat we geen handen meer gaven. Na de onhandige - doch perfect gestagede -blunder van Rutte en van Dissel. Eerst deden we nog dat elleboogjes ding, maar al snel niet meer. Het wende. Doen we het toch niet meer. Handen en huggen. Roep je gewoon 'hoi' gevolgd door op een net iets te hoog giltoontje 'nee, we doen het niet he'.
Drager van cultuur
We doen ons best. Met de Thaise handpalmen tegen elkaar aan wai. De moslim hand op je hart groet. De zwaai met intens oogcontact en een nonchalante 'Hoi'. Coolle boomer high fives in de lucht als je een 12 minner ziet. Heel creatief. Toppunt van individualistische expressie; persoonlijkheidsprofiel direct vastgesteld. Maar de essentie van cultuur is nu juist dat we allemaal hetzélde doen. Begroeting genereert een geheime tribale code: wij horen bij elkaar want we kennen allemaal de geheime broeder-groet. Daarom waren we ooit boos toen sommige mensen om religieuze redenen geen hand wilden geven. Dan doe je niet mee met de collectieve vredesbetuiging.
Unheimisch
Laatst was ik op een leuk zakelijk avondje met inspirerende nieuwe mensen. Zin in. Keurig in een anderhalve meter ganzepasje stapten we één voor één binnen en gingen aan de grote tafel zitten. Ik besefte me na afloop, dat ik sommige mensen die me heel aardig leken, aan het andere eind van de tafel niet van dichtbij had gezien. Daardoor voelde ik toch afstand, ondanks een inhoudelijk zeer inspirerend gesprek. Ook het weggaan was wat unheimisch. Ik heb wel in Irma gebarentaal 'Doei" geroepen en mijn handen jolig in de lucht gefroemeld, maar dat is toch anders dan iedereen apart even af en nog eens indringend in de ogen kijken. Buiten voelde ik naast echte blijheid om goeie sfeer en nieuwe ontmoetingen, ook een soort vluchtigheid. Meer of je elkaar op een roltrap bent tegen gekomen dan dat je veel hebt gedeeld.
Hug
Ja en dan die niet-hug aan het einde van een fijn dineetje met mensen die je net iets liever vindt dan andere mensen. Ik mis het. Ja ik mis zelfs die onhandige aftasting: gaan we luchtzoenen, huggen of hand geven? Dat was ook erg charmant en dikwijls een fysike bestendiging van 'ja ik vind jou leuk' die met woorden niet te evenaren is.
Het went niet
Het went dus niet. Wij antropologen zeggen altijd dat cultuur pas echt is veranderd als een generatie de nieuwe omgangsvormen overdraagt aan zijn of haar kinderen. Transgenerationele culturele overdracht. Ik vroeg het laatst aan een jonge moeder: leer jij je kind nou een hand geven of huggen met de juf of als er bezoek komt of niet? Ze wist het niet. Was zoekend. Dat is misschien wel wat het is. We zijn zoekend.