Het verlangen vervaagt - column DFT 18 mei 2020
Verschrikkelijk woord
Ofschoon ik 'huidhonger' een eng woord vind, waarbij ik steevast aan de horrorfilm 'Silence of the Lambs' moet denken, gooi ik er een minstens even kleffe term in. Vervagend Verlangen.
Mijn hunkering is stuk
Mijn verlangen wordt minder. Door een operatie en daarna lock-down leid ik nu drie maanden een introverter leven dan in mijn aard ligt, al behoor ik tot 'de rekkelijken' en niet tot 'de preciezen'. Ik heb een vreemde gewaarwording. Een soort berusting die mij doorgaans onbekend is, omdat ik nogal ben van creatieve olifantenpaadjes, stoute loopjes, en ik het Surinaamse spreekwoord 'Is er geen weg, dan kappen we een weg', op mijn bedrijfsvaandel heb staan. Ik moest denken aan de docu van Lize Korpershoek 'mijn seks is stuk'. Hoewel dat deel van mijn bestaan naar uiterste tevredenheid functioneert, snapte ik opeens wat ze bedoelde. Het ontbreken van hunkering.
Vervagend verlangen
Feestjes, dansen, grote groepen mensen. Ik miste het de eerste weken. Deed sabotagepogingen. En nu minder. Ik vind de verjaardag van mijn dochter met een kleine parade van oma en opa op de stoep en een vriendin op afstand in de tuin prima. Omdat online energie grenzen kent, merk ik dat de kring van mensen die ik wil 'bijbenen' met appjes, mailtjes of zoomend kleiner wordt. Lock-down maakt selectief. De kappersafspraak heb ik nog niet gemaakt; ik vind zelf kleuren en lang haar wel leuk eigenlijk. Uitgebreid koken bevalt en vind ik gezelliger dan een restaurant waar een halve paardenkop mag komen.
Verklaringen
Antropologen noemen dit culturele adaptatie. Je culture shock te boven komen. Het nieuwe, het buiten-gewone, wordt normaal. Je past je aan. Of een meer psychologische verklaring. De bekende en pijnlijke ervaring bij rouw en verlies; dat je je langzaam niet meer de stem of het gezicht van je geliefde herinnert en het verlangen naar het gemis meer pijn doet dan het gemis an sich. Met enige overdrijving zou je ook kunnen verwijzen naar het Stockholmsyndroom; waarbij je als gevangene verliefd wordt op je gijzelaar of misbruiker, omdat ontsnappen geen optie is.
Hoop
Ik vertrouw erop, dat mijn verlangen niet definitief stuk is, maar slechts is vervaagd. En wakker wordt gekust als ware het een groene kikkerprins, als ik weer in een vol theater sta om een lezing te geven. Als ik dans op een festival. Mijn hoop is vooral gevestigd op jongeren. Op brugklassers die met z'n zessen bijeenkomen in het fietstunneltje en je geschrokken, doch uitdagend aankijken als je vriendelijk 'goedenavond' zegt. Tieners die een illegaal schuurfeestje vieren. Geslaagde scholieren die vakkenvullen bij Albert Heijn, omdat ze blijven dromen over hun Azië tussenjaar. Twintigers die tinderen en de 1,5 meter grens iets te snel laten varen. Hun verlangen is nog niet stuk.