Een teken aan de wand – Column DFT 4 november 2019
Op het jaarlijkse managementdiner van een justitiële organisatie wordt ze geïntroduceerd: Marit, nieuwe bestuurder. Ze gaat de interne aansturing van de regiomanagers doen, zodat de huidige bestuurder zich meer kan richten op externe contacten. De regiomanagers hopen dat ze nu een snelle lijn naar het bestuur krijgen. In deze organisatie is er vaak crises, waarbij mensenlevens tellen. Dan is het belangrijk dat je snel kunt overleggen en handelen.
Marit stapt het podium op. Het is eigenlijk net iets te hoog voor haar korte rokje, maar met een ferme zwaai van haar been lukt het. Ze houdt een mooi betoog en wordt met een warm applaus welkom geheten.
Marit betrekt haar kamer op de bestuursverdieping. Aan de wand hangt een grote lijst met daarin de collage van haar vorige werk. Marit kreeg het als afscheidscadeau van haar collega’s op het ministerie.
Drie weken later is er regiomanagersoverleg. Een van de regiomanagers vraagt hoe Marit het nu heeft op haar nieuwe plek. Marit vertelt hoe goed het gaat en hoeveel van haar ministeriekennis ze kan gebruiken hier. Ze wijst op de collage en vertelt over het warme afscheid. En over haar laatste project. En dat ervoor. De regiomanagers kijken op hun horloge.
Twee weken verder. Er is een ernstige crises in een van de regio’s. Een kind is in direct levensgevaar. De regiomanager wil graag mandaat om in dit noodgeval van de procedures af te wijken en heeft een creatieve oplossing die alle betrokkenen tijd geeft. Tijd van leven. Hij belt met Marit om snel zijn crisesaanpak voor te leggen om formele toestemming te krijgen. Marit zegt nee. Ze houdt er niet van om van procedures af te wijken en wil graag een overzicht van alle vergelijkbare casussen over de afgelopen vijf jaar en de risico’s op daadwerkelijk gevaar voor leven. De regiomanager hapt naar adem en zegt dat daar écht de tijd voor ontbreekt. Dat elke uur, elke minuut nu telt en hij geen analyse gaat maken. Marit houdt voet bij stuk. De regiomanager hangt op en doet wat hij te doen heeft. Dan maar zonder mandaat.
Een week later. Een groepje regiomanagers sluipt de kamer van Marit in. Ze halen snel de collage van de muur, zetten die achterin de kast met een krat ervoor en hangen een post-itje op met de tekst: welkom in deze crisesorganisatie.
Twee maanden later is Marit vertrokken. Naar een ministerie. De collage is onvindbaar.