Dus jij denkt dat je een vrije wil hebt - Column DFT 10 augustus
We briesen, kronkelen, stuiteren of knikken deemoedig ‘oké voor het hogere doel’. Verplichte mondkapjes. De pijn zit niet zozeer in het attribuut mondkapje an sich, hoewel nut en noodzaak met verve worden betwist. Het is de verplichting die wringt. Wij Nederlandse watergeuzen, die zichzelf bevrijdden van 80-jarige overheersing door de Spanjaarden, in Brielle aan land monsterden, daarbij wat beelden in katholieke kerken omverhaalden en in WO2 heldhaftig spuugden in het Nazi-krantje, laten ons niet ketenen, noch de mond snoeren.
Wij hebben een vrije wil en die laten we horen ook. Onder invloed van het limbisch brein gelardeerd met 5G-theorieën en chip-implantaire-creativiteit afkomstig of gewoon pre-frontale cortex gestuurd aan de hand van de grondwet of een aerosolen-diagrammetje.
Toen het nog kon, reisde ik door Cuba. De eerste dagen was ik de weg letterlijk kwijt. Ik kon geen zwembad vinden, geen bakker, geen restaurant. Na een paar dagen snapte ik hoe dat kwam. Geen reclameborden! Mijn brein moest veel harder werken om te voelen wat ik echt zelf wilde kopen, eten, doen. In Nederland kan ik gewoon tinderswipen tussen pretpark reclame, door Bangladesh-kindjes gemaakte tijgerprintrok, A-merk gin-advertentie of KFC-kortingsbon. Hoppend van verleiding naar verleiding komen de meest ongezonde, dure, verspillende vrije wilskeuzes tot mij, waarbij mijn smaakpapillen en verlavingsstofjes high van zoveel keuzevrijheid gewoon alles tot zich nemen.
Met mijn glas wijn en bak A-merk paprikachips lig ik in mijn Action-hangmat een goedkope vliegticket uit te zoeken. Behoedzaam streel ik mijn vrije wil. Uiterst tevreden dat ik in een land woon waar We Ons Niet De Wet Laten Voorschrijven.