Taboes kunnen nuttig zijn
Nederlanders houden over het algemeen van direct zijn. In onze samenleving gaan we ervan uit dat directheid prettig is. We geven snel feedback in de ogen van veel buitenlanders. Toch zeggen ook wij niet alles. Wat je op tafel legt en wat je ontkent of er een beetje besmuikt over doet, is voor een groot deel cultureel bepaald. Dat geldt overigens ook voor organisatieculturen. Bekend is bijvoorbeeld dat beroepen met een grote gevaarzetting, waarin je voor je overlevingskans afhankelijk bent van je collega's, zoals politie- en brandweerwerk, er minder direct feedback wordt gegeven dan in culturen waar mensen meer autonoom kunnen werken.
In de antropologie noemen we het georganiseerd in de lucht houden van een geheim of een georganiseerd cultureel verbod een taboe. Waar je een pleidooi kunt houden voor ‘alles moet op tafel komen’, zijn er veel, heel veel culturele constructen die gaan over taboes. Ieder volk, organisatie of team heeft zo zijn of haar eigen variant. Een taboe is iets dat wordt beschouwd als ongepast om te gebruiken, te doen of over te spreken. Het woord taboe is afkomstig uit het Tongaans van Polynesië (tapu of tabu), waar het stond voor een religieus verbod op op bepaalde plaatsen, voorwerpen, personen of acties. Het schenden van een taboe in een bepaalde cultuur kan leiden tot reputatieschade, sociale uitsluiting of andere vormen van straf. Soms kan het schenden van een taboe leiden tot rechterlijke vervolging.
Het eerste gebruik van het woord taboo/taboe in de betekenis van 'niet toegestaan' dateert van voor 1777 toen de Engelse ontdekkingsreiziger James Cook een plaats bezocht die hij The Friendly Islands (de vriendelijke eilanden) noemde (nu Tonga). Hij beschrijft in een van zijn reisverslagen dat de bewoners hem vertelden dat ze niet mochten gaan zitten om te eten, omdat dit volgens hen "taboe" was: "When anything is forbidden to be eaten, or made use of, they say that it is a taboo."
In elke cultuur, elke groep, kennen mensen wel taboes. Taboes hebben een functie. Ze zijn niet zelden functioneel of waren dat. Zo kennen we taboes rondom het bereiden van eten; Halal of Kosher, of een verbod op het eten van mensenvlees. Veel culturen, ook beroepsculturen, kennen kledingvoorschriften. Of er zijn taboes die gaan over gezagsrelaties of het aangaan van intieme relaties. Een voorbeeld van een taboe is dat we vinden dat onderwijzers en leerlingen geen relaties met elkaar moeten onderhouden. Of dat je niet zomaar de directiekamer binnen mag lopen. De meeste culturen in de wereld kennen een incesttaboe- en verbod. Taboes helpen om sociale relaties vorm te geven. Ze zijn een sterk middel in cultuurvorming. In het spectrum ‘wees jezelf en pas je aan’ zijn taboes de tools om tegen individuen in een groep te zeggen ‘pas je aan’. Het is steeds aan een team en haar leider om te bepalen of taboes oude disfunctionele rituelen zijn of een functie hebben en daarom maar beter gerespecteerd kunnen worden. Op zoek gaan naar taboes is doordringen tot de kern van de organisatiecultuur. Vervolgens is de vraag; koesteren we dit taboe of is het tijd om ruimte te maken voor nieuwe betekenisgeving?