Longread Transpersonen en de maatschappelijke emotie
Door: Dr. Danielle Braun, antropoloog, LHBTIQ+ activist uit de oude en nieuwe tijd.
Op de Pride Walk, kon Stichting de Roze Leeuw niet meelopen dit jaar. De standpunten over trans-personen, transseksualiteit*, gaven te veel commotie binnen de lhbtiq+ beweging. De Rutgerstichting geeft op lagere scholen seksuele voorlichting, waarin ook trans zijn als levensoptie wordt toegelicht. Dat vinden sommige ouders en docenten een heel goed idee, anderen vinden dat veel te jong en verwarrend op die leeftijd. De transzorg in Nederland kampt met lange wachtlijsten, transgenders zijn ontevreden over de zorg en nemen hun toevlucht tot medische ingrepen in bijvoorbeeld Thailand. Binnen de lhbtiq+ beweging en daarbuiten lopen de gesprekken hoog op over transgender issues en de relatie, of juist het ontbreken daarvan, met homoseksualiteit en travestie.
Dit artikel heeft tot doel duiding te geven aan de emotie en commotie en de verschillende argumenten op een rijtje te zetten. Daarbij put ik uit mijn wetenschappelijke achtergrond als antropoloog, mijn maatschappelijke bril van spreker en columnist over (diversiteits)gedoe in de samenleving, mijn eigen roze activisme in the old days, en het met belangstelling volgen van lhbtiq+ activisme van jongeren in deze tijd**. Disclaimer: ik heb gepoogd alle argumenten en perspectieven in deze long read mee te nemen. Sommige zullen je bevallen, anderen je juist onaangenaam raken. Zo gaat dat met hot issues. Hou vol. Roze olifantjes zijn er om te vangen.
Gender, biologie, homoseksualiteit en pronouns en zo
Je ziet ze steeds meer in bio's en studenten vragen erom in de collegezalen. 'Hoe wil je worden aangesproken of wat zijn je pronouns?' Pronouns. He/him - she/her - they/them. Pronouns gaan over iemands gekozen genderidentiteit. Hoe iemand zich voelt, en graag genoemd wilt worden. Je kunt je man voelen, vrouw of non-binair of allebei tegelijk of dat het je niet zo boeit, gender. Binnen die gender identiteit heb je allerlei variaties; mensen verschillen nu eenmaal van elkaar. Er zijn verschillende manieren hoe mensen hun gender benadrukken. Zo heb je hele stoere sportschool mannen. Femmy vrouwen met veel lippenstift. Of hele butchy vrouwen. Of zachte mannen. Of mannen in vrouwenkleding of vrouwen in mannenkleding. Die laatste noemen we vaak travestiet, drag, queen of king. Of non-binaire mensen die er ook echt androgyn uitzien. Wat je bewust- en expres laat zien over je gender identiteit, noemen we gender expressie.
Gender is dus een deels zelf gekozen, en deels cultureel bepaald fenomeen. Vrouwelijkheid ziet er anders uit bij Amazone Indianen dan bij een West-Fries gezin. Anders in het Gooi dan op Urk. Gender is een sociaal cultureel construct en een psychologische identiteitskeuze. In collectieve samenlevingen, met een sterke politieke of religieuze normering, is er doorgaans minder ruimte voor eigen keuzes, in meer individualistische samenlevingen is er vaak veel keuze. Daarmee is er ook veel gesprek en soms ook verwarring over die keuze.
Naast gender, is er natuurlijk de biologische sexe. Dat gaat over je uiterlijke- en interne geslachtsorganen waarmee je in de wieg bent gelegd. Heb je een penis, spermavorming of een vagina en een baarmoeder? En heb je X of Y chromosomen? En meer mannelijke of vrouwelijke hormonen? De meeste mensen zijn biologisch volledig een man of volledig een vrouw. Wel zijn geslachtskenmerken soms meer- of minder geprononceerd. Er zijn mannen met grote piemels en met hele kleine. Vrouwen met grote borsten of met nauwelijks borstgroei. Mensen met veel- of met weinig testosteron aanmaak. Sommige mensen zijn intersexe. Die hebben gemengde biologische kenmerken. Een gesloten vagina bijvoorbeeld. Of een mini-penis. Of wel borsten en geen baarmoeder. Vroeger werd bij intersexe kinderen al vlak na de geboorte gekozen door de ouders of ze als jongen of meisje door het leven zouden gaan en werden ze soms al jong geopereerd. Tegenwoordig wachten artsen af, en kijken welke voorkeur het kind op latere leeftijd krijgt. Vanuit de intersexe beweging vragen steeds meer mensen om niet te hoeven kiezen tussen man of vrouw. Ze zijn 'gewoon' intersexe en willen dat blijven. Er zijn best veel intersexe mensen op de wereld. Ongeveer evenveel als roodharigen.
Naast waarmee je in de wieg bent gelegd, zijn er mensen die hun geslachtskenmerken hebben veranderd of willen veranderen of niks veranderen maar wel voelen dat ze eigenlijk een andere genderidentiteit hebben dan dat van hun biologische geslacht. Die noemen we transgender. Dat kan een grote transformatie van biologische sexe zijn. Dus iemand die biologisch eerst man was en nu een vagina en borsten heeft, stemtraining heeft gehad en vrouwelijke hormonen slikt. Of een gedeeltelijke medische ingreep; iemand die eerst vrouw was en nu testosteron slikt, geen borsten meer heeft, maar wel een vagina en baarmoeder. Die dus technisch gezien nog in staat is om kinderen te baren. Vroeger was de transzorg meer gericht op 'alles of niets aanpassen'. Het een of het ander. Dat had ook een juridische reden. Om je gender in je paspport te laten aanpassen moest je echt een keuze maken en niet meer vruchtbaar zijn. Tegenwoordig kiezen veel transpersonen voor tussenvormen of denken ze langer na over elke volgende medische ingreep. Sommige dingen kunnen medisch gezien (nog) niet; een baarmoeder aanbrengen bijvoorbeeld.
Als laatste in het rijtje is er de seksuele aantrekkingskracht. Als je je aangetrokken voelt tot mensen van hetzelfde geslacht noemen we dat homoseksueel, lesbisch, gay. Als je je aangetrokken voelt tot iemand van het andere geslacht noemen we dat heteroseksueel. Als je op allebei kunt vallen biseksueel en als je meer naar innerlijk kijkt en sexe je niet zo boeit heet dat panseksueel. En voor sommige mensen is seksualiteit niet of minder belangrijk en die zijn aseksueel.
Als je biologische sexe, genderidentiteit, gender expressie en seksuele aantrekkingskracht mixt, krijg je een oneindige variëteit, net zo veelkleurig als de mensheid zelf. Sommige variëteiten komen wel echt vaker voor dan andere. Biologische mannen noemen zichzelf meestal 'hij' en vallen vaak op vrouwen. Biologische vrouwen hebben vaker wel dan niet een kinderwens en vallen vaak op mannen. Er is maatschappelijk gezien dan ook sprake van een biologische- en sociaal culturele meerderheid, die we dan vaak 'normaal' noemen en allerlei minderheidsvarianten, waar we sociaal cultureel gezien in alle tijden en plaatsen manieren voor zoeken om mee om te gaan. Soms leidt dat tot onderdrukking, soms is er juist veel vrijheid en support.
Strijd en gedoe: nieuwigheid
De emoties lopen hoog op, gezien het gedoe met Stichting de Roze Leeuw, (die ook op andere onderwerpen stevige standpunten inneemt) en boze of meesmuilende gesprekken op het schoolplein van ouders wiens 11 jarige dochter thuiskomt met de mededeling dat ze vanaf nu 'hij' genoemd wil worden en panseksueel is. Er zijn artsen en psychologen en psychiaters die hun zorg uiten over snel medisch ingrijpen zonder diagnostiek en psycho-sociale begeleiding.
Wat maakt nu dat de emoties zo hoog oplopen rondom het thema gender en trans-personen, zowel binnen- als buiten de lhbtiq+ beweging? Hiervoor is het belangrijk verschillende perspectieven in te nemen. Vanuit de brede lhbtiq+ beweging, vanuit de transbeweging zelf, vanuit oudere- en jongere generaties, vanuit zorgprofessionals, en vanuit 'buitenstaanders' die overweldigd worden door nieuwigheid.
Hieronder zal ik verschillende thema's en perspectieven aan de orde laten komen, waarbij ik mijn best doe alle stemmen en perspectieven te belichten, waarbij je als lezer ongetwijfeld je voor- of afkeur zult voelen. Bovenal is het goed te realiseren dat het gesprek over genderidentiteit en genderexpressie in relatie tot biologische sexe en het gesprek over homoseksualiteit eeuwenoud is. De eerste vraag die mensen waar dan ook ter wereld stellen als er een baby wordt geboren is: 'is het een jongen of meisje?'. Wetboeken- en religieuze boeken zijn er over vol geschreven en oorlogen gaan over macht en geld, maar heel vaak ook over man- vrouwverhoudingen, seksualiteit en genderexpressie. Het gedoe is van alle tijden en plaatsen.
Wat echter nieuw is, zijn de razendsnel toegenomen medische mogelijkheden om in te grijpen op biologische sexe. Tot voor kort hoefde dat gesprek niet gevoerd te worden, simpelweg omdat er niet zoveel kon. Ja travestie is van alle tijden. Biologische vrouwen bonden hun borsten plat om mee te gaan op de scheepvaart. Biologische mannen speelden vrouwenrollen in de opera. Maar medisch ingrijpen en daarmee de grote onomkeerbare lichamelijke keuzes zijn nieuw. En die nieuwe mogelijkheden brengen herordening van sociaal culturele aard met zich mee. Herordening binnen en buiten de lhbtiq+ gemeenschap. Sinds 2014 is het mogelijk om gender in het paspoort te wijzigen, in 2021 is dat verder vergemakkelijkt en is er geen deskundige verklaring meer nodig van een arts of psycholoog. Het is nu mogelijk vruchtbaar te blijven en toch juridisch van genderidentiteit te veranderen. Ook is het nu mogelijk voor kinderen onder de 16 jaar om hun geslachtsregistratie te wijzigen via de rechtbank. Als je bedenkt dat de Stonewallrellen in de verenigde Staten, het begin van Pride, nog maar in 1970 waren en je toen nog geen mannenkleren mocht dragen als vrouw en vice versa, dan besef je hoe snel de verandering rondom sexe en gender en homo- en transseksualiteit gaat. Alles wat nieuw is geeft gedoe en vraagt om gewenningstijd. Tijd die we in een samenleving met continue standje oververhit, mijn wil is wet en lange tenen misschien wel iets te weinig nemen.
Het culturele taboe op man-vrouw vermenging
In het gesprek over trans-personen, over het al dan niet op jonge leeftijd voorlichten en over al dan niet medisch ingrijpen, lopen sociaal culturele- en medische argumenten bleury door elkaar heen. Dat polariseert onnodig. Als je die niet goed scheidt, kunnen emoties en politieke voorkeur het goede gesprek belemmeren. Waar ik hierboven een onderscheid heb gemaakt in gender versus biologische sexe, wordt dat vaak door elkaar heen gebruikt. In veel normerende systemen, religie, politieke ideologie, opvoedingsovertuiging, wordt verondersteld dat de ideale ordening van de wereld er een is, waar genderidentiteit en genderexpressie biologische sekse volgt en dat heteroseksualiteit het meest handig en wenselijk is. Argumenten als 'zo is de wereld nu eenmaal door God of Allah geschapen', 'ordening geeft mentale rust', 'het is altijd zo geweest', 'genderverwarring is mentale ziekte' zijn door de eeuwen heen gebruikt. Daarbij moeten we niet vergeten dat religies ook transgenderheid erkennen. Jezus noemt het bestaan van euneuchen. In de oude Joodse geschriften waren er wel tien genderidentiteiten tussen man en vrouw in.
Taal doet ertoe en is de drager van cultuur. Waar je geen woorden voor hebt zie je niet, en wat cultureel gezien niet erkend is, heeft geen eigen woord. Het gebruik van de term transgender, trans-persoon of transseksueel alleen al, erkent in feite de indeling van mensen in mannen en vrouwen. Als je trans bent, dan ben je dus 'iets er tussenin'. Door het woord trans te gebruiken, houd je de splitsing in stand. Non-binair is in die zin een meer activistische term, die de indeling in twee mens-groepen bevraagt. In Thailand worden veel meer dan twee- of drie genders erkend en zijn er woorden voor hele mannelijke mannen en voor hele vrouwelijke vrouwen, voor iemand met een getransformeerde sexe en voor alle stadia en genderexpressies daartussenin. Kinderen kunnen feilloos het goede woord noemen voor een vrouw in tuinbroek met lippenstift. Doordat de Thaise taal meer variëteiten kent, is er ook meer acceptatie. Wellicht is Thailand daarom ook nummer een toevluchtsoord voor trans-personen die een geslachtsoperatie willen ondergaan. In die zin is de focus op het gebruik van juiste pronouns in de lhbtiq+ gemeenschap niet verwonderlijk; taal geeft culturele erkenning. Jongeren nemen dat makkelijk over; die staan doorgaans meer open voor het aanleren van nieuw idioom. Ouderen hebben er meer moeite mee, en dat komt vast niet alleen door het grammaticaal wat ingewikkelde they/them, maar omdat ze hun eigen culturele ordening van de wereld moeten herzien met de komst van nieuwe taal.
Cultuur hebben wij mensen om de chaos om ons heen te bedwingen. of we het willen of niet, ons brein werkt nu eenmaal binair. We delen de wereld de hele dag op in binaire opposities. Mensen zijn dood of levend, iets is goed of slecht, mooi of lelijk, ziek of gezond, man of vrouw, politiek correct of politiek incorrect, rechts of links. Door afgenomen verzuiling, minder grote politieke stromingen, individualisering, zijn veel binaire opposities de laatste jaren verdwenen of meer fluïde geworden. Dat geeft vrijheid, maar ook leegte en verlatenheid***. We ervaren daardoor minder borging en meer chaos. Het is verleidelijk te constateren dat er meer maatschappelijke onrust is en dat er meer mentale problemen zijn door het wegvallen van ordening. Het is dan ook niet gek, dat juist docenten, artsen en psychologen / psychiaters waarschuwen voor het te vroeg ter discussie stellen van genderidentiteit bij kinderen. Dat ze waarschuwen voor ondoordacht medisch ingrijpen op biologische sexe. De misschien wel oudste en meest gebruikte bezwering van de chaos, de indeling in mannen en vrouwen, op losse schroeven zetten is een gewaagde stap, waarvan we de gevolgen nog niet helemaal kunnen doorgronden. Voorzichtigheid en ronduit weerstand daartegen is begrijpelijk en wellicht ook verstandig. Wat het debat verhitter maakt in deze tijd dan ervoor, is dat een keer een jurk aantrekken als man omkeerbaar is, maar medisch ingrijpen niet. Het definitieve karakter van medische behandeling maakt de emotie rondom het thema intens. De mogelijkheden om transseksualiteit en de mogelijkheid van medisch ingrijpen al jong bij kinderen bespreekbaar te maken beangstigt sommige mensen.
Vanuit de transbeweging wordt aangehaald dat elke vernieuwing in denken over gender en seksualiteit nu eenmaal altijd gepaard gaat met gedoe en dat het juist de taak van activisten is om dat gesprek te voeren en eisen te stellen. Daar is historisch gezien veel voor te zeggen. Het is nog niet zo lang geleden dat homoseksualiteit als stoornis in het psychiatrische DSM handboek werd genoemd, dat je verkleden als vrouw voor mannen verboden was en er andere leeftijdsgrenzen golden voor beleven van 'normale' en 'afwijkende' seksualiteit. In 71 landen op de wereld is homoseksualiteit nog steeds reden voor gevangenneming, lijfstraffen of de doodstraf. Door alle tijden heen worden religie, opvoedingsrust, medische wetenschap en psychiatrie ook gebruikt als argument om te ordenen, te normeren, politiek te bedrijven en te onderdrukken. Wantrouwen vanuit de lhbtiq+ en zeker de transbeweging tegen zorg- en wetgevende instituties is erg logisch en verklaarbaar.
Snijden of niet - transzorg en psychosociale zorg
Terwijl de medische mogelijkheden technisch enorm snel zijn toegenomen, zijn de wachtlijsten voor (psychosociale) transzorg en de diagnostiek enorm lang. In Nederland zijn ze bovendien sterk geconcentreerd bij het VU Medisch centrum Amsterdam. Huisartsen mogen wel transzorg bieden, maar willen dat vaak niet. Dat maakt dat veel transgenders hun heil zoeken in het buitenland, waar veel minder regels zijn en geen wachtlijsten. Hormonen worden via soms dubieuze websites besteld, zonder medische controle, terwijl hormoonstoringen tot ernstige stemmingswisselingen en gezondheidsschade kunnen leiden. De vraag is of trans-personen daarmee wel de zorg en juiste diagnostiek krijgen die een grote zorgvraag of medische ingrijpen vraagt. Het gebrek aan transzorg en de wachtlijsten kan je beschouwen als maatschappelijke verwaarlozing. Bovendien leidt het zelf op zoek gaan tot hoge kosten voor trans-personen, wat soms leidt tot allerlei schulden, noodzakelijke prostitutie en machteloosheid. Sommige trans-personen beschouwen het juist als heel bevrijdend om zelf regie te kunnen voeren, om geen artsenverklaring meer nodig te hebben voor paspoortaanpassing en beschouwen diagnostiek en psychosociale zorg als betuttelend en ellenlang. Zij weten wat ze willen en willen daar niet te lang op wachten, omdat hun nood om in een verkeerde biologische sexe te zitten nijpend is. Als je dan makkelijk een operatie in een prima ziekenhuis in het buitenland kunt krijgen, vinden zij dat een uitstekend alternatief.
Transzorg wordt soms al vroeg ingezet. Het is medisch gezien een belangrijke keuze om al dan niet om voor de pubertijd zich aandient hormonen te gaan gebruiken. Medisch ingrijpen in een kinderlijf ligt gevoelig. Argumenten om het wel te doen zijn dat je een kind veel leed bespaart en dat transformatie makkelijker gaat omdat er bijvoorbeeld nog geen borstontwikkeling heeft plaatsgevonden. Argumenten tegen vroege behandeling zijn dat identiteit van kinderen nog niet stabiel is, kinderen vatbaar zijn voor omgevingsinvloeden en je onomkeerbaar ingrijpt met potentieel grote spijt tot gevolg.
Taboe onderwerp rondom medische transzorg is de vraag 'en wie moet dat dan betalen'. Ook dat gesprek leidt dikwijls tot onaardigheid van beide kanten, zwijgzaamheid, en polarisering. Het is wezenlijk of je een wens tot aanpassing van biologische sexe bij gevoelens van transseksualiteit beschouwt als medische noodzaak of cosmetische luxe. Als je het ziet als plastische chirurgie, is het logisch dat je dat zelf betaalt. Als je van mening bent dat een sexe transformatie levensreddend is omdat iemand mentaal ziek en suïcidaal kan zijn door de trans gevoelens, is het logisch dat de zorgverzekering het medisch ingrijpen vergoedt. Transoperaties en behandelingen zijn duur. Het is een kleine minderheid die het betreft, al lijkt het nu of de hele wereld er mee bezig is. De vraag is hoeveel zorg en compassie je wilt opbrengen als samenleving voor een kleine specifieke minderheidsgroep. En of je vindt dat transgenderpersonen zelf aan het stuur zitten of dat de diagnostiek van een medisch professional daarbij essentieel is. En wat is dan de juiste balans tussen onderdrukking en betutteling versus vrijheid met daarbij mogelijk verwaarlozing?
In dit emotionele gesprek lopen medische argumenten en de sociaal culturele opvattingen over het in stand houden van 'normaliteit' en meerderheid versus minderheid ook wel door elkaar heen. De vraag 'wie moet dat betalen' en 'waarom moet alles wat kan ook mogen', wordt wel vaak bij transgenderbehandelingen gesteld, maar niet vaak bij medisch ingrijpen dat goed past binnen de 'normale' norm van man- vrouw verhoudingen en heteroseksualiteit. Zo krijgen kleine jongetjes vaker groeihormonen dan kleine meisjes, en meisjes vaker groeistoppers, omdat het cultureel gezien aantrekkelijker is, wanneer een man groter is dan een vrouw. Beugels voor scheve tandjes worden vergoed omdat een recht rijtje meer kans geeft op succes in het liefdesleven. Voor grote borsten als verjaarscadeau voor 18 jarige meiden, wat als 'mooi' wordt gezien in de culturele heteronorm, krijg je geen diagnostiek bij een psycholoog al zijn er veel spijtoptanten van borstvergrotingen en kleven er medische risico's aan. Weliswaar moet je de borstvergroting zelf betalen, maar de arts in de private cosmetische kliniek is wel eerst acht jaar op kosten van de samenleving opgeleid en met schaarste in de zorg kan je ook hier vraagtekens bij plaatsen. De kosten ten grondslag aan het grote aantal cosmetische ingrepen die helpen te voldoen aan het ideale aantrekkelijke 'normaalbeeld' zijn maatschappelijk gezien veel en veel hoger dan het geringe aantal transbehandelingen per jaar.
Roze olifantje: mentale gezondheid en transseksualiteit
Een vermeden onderwerp, want makkelijk ontvlambaar. Een roze olifantje in de kamer. Trans-gender personen en mentale gezondheid. En dit geldt ook voor homomannen en lesbische vrouwen. Of zoals een inside joke voor veel lhbtiq+ers is: 'wie van ons heeft er nu géén mentale problemen?'. En yep... wie een pride demonstratie bezoekt zal het niet ontgaan dat er veel mensen zijn die afwijken van de 'normaal curve', waarvan een deel roze, gay, rozig en vrolijk rondloopt, maar ook een groot deel eenzaam, wat ontheemd en 'te anders'. Iets wat gevoelig ligt binnen de lhbtiq+ beweging. Want duhuh... ja dat je anders bent is als zeggen dat er water uit de kraan komt en waarom is dat een probleem?
Die mentale gezondheid is een argument dat dikwijls wordt aangehaald binnen en vooral buiten de lhbtiq+ beweging, en ook door artsen, psychiaters en psychologen om voorzichtig te zijn met medisch ingrijpen. Bij veel transgenderpersonen is er een combinatie van mentale thema's die spelen. Er is de ontevredenheid, soms zelfs afkeer, van de biologische sekse en het grote verlangen tot transformatie. Soms, zeker niet altijd, gaat dat gepaard met algehele afkeer van het eigen lichaam, body dismorfie. Depressie ook op andere levensterreinen, eenzaamheid, neiging tot suïcidaliteit, obesitas, stoornissen in het autistisch spectrum of andere psychiatrische ziekten of persoonlijkheidsproblematiek, trauma door uitsluiting en discriminatie, etcetera, komen veel voor bij trans-personen en ook bij homo's. Dat is voor veel mensen reden om te twijfelen aan medische transformatie van biologische sexe als oplossing van problemen. Zorgverleners twijfelen soms aan de fysieke en mentale draagkracht en belastbaarheid van trans-personen. De behandeling en operaties vragen heel veel van iemand en duren lang. Dat moet iemand wel aan kunnen. Ook kan de verwachting, dat na de transformatie alle problemen zijn opgelost, te hoog gespannen zijn. De ervaring leert dat er zich dan nieuwe problemen aandienen, zoals de bijwerkingen van langdurig hormoongebruik, verdriet over onvruchtbaarheid bij een biologische kinderwens, niet optimaal functioneren van de nieuwe geslachtsdelen, er toch niet helemaal maatschappelijk bijhoren, verbreking van de relatie met ouders, ouderdom wat de 'oude' biologische sexe vaak weer meer zichtbaar maakt. Zorgzaamheid die transgenderpersonen als betuttelend en onderdrukkend kunnen ervaren, komt dikwijls wel degelijk voort uit oprechte zorg en ongerustheid.
De kip- ei, oorzaak-gevolg vraag dient zich hier aan. Transgenderpersonen met een grote wens tot medische behandeling zullen juist verzuchten dat hun mentale problemen komen, door de verschrikking in een niet passend lichaam te wonen, en dat de behandeling hen gaat helpen en dat elke maand dat die op zich laat wachten mentale problematiek versterkt. En dat je veel psychosociaal leed en uitsluiting kunt voorkomen door kinderen al heel jong te helpen als zij aangeven transgendergevoelens te hebben. We weten dat mentale problemen van homoseksuele mannen en lesbische vrouwen erg afhankelijk zijn van context en omgeving. Geen wonder dat activistische lhbtiq+ers zeggen dat niet zij, maar de omgeving het probleem zijn en dat activisme en maatschappelijke culturele verandering en tolerantie daarop het antwoord zijn.
Plek binnen de lhbtiq+ beweging
Als er ergens een plek zou moeten zijn waar het gesprek, inclusief twijfels, verdriet en pijn, veilig en genuanceerd gevoerd zouden moeten worden, is dat wel binnen de lhbtiq+ gemeenschap. Vaak gaat dat ook zo, er zijn prachtige intergeneratie ontmoetingen, waarin ouderen binnen de roze gemeenschap met veel interesse luisteren naar uitleg over pronouns en het verschil tussen gender en biologie en er verzucht wordt; 'wat zalig, in mijn tijd zou ik ook non-binair zijn geweest'. Er is diversiteit, een nieuwe vrolijke vlag, ontmoeting en gezamenlijk demonstreren en feesten.
Maar soms gaat het niet vredelievend. Het gedoe rondom deelname van Stichting de Roze Leeuw aan de Pridewalk en heftige discussies in de community in de VS, die zich ook naar Nederland verplaatsen, getuigen daarvan. Waar het mis gaat, is er ófwel sprake van activistische correctheid en verkramping, waarbij twijfels niet mogen worden uitgesproken en de 'je bent gewoon transfoob' kaart snel wordt getrokken. Aan de andere kant staat een deel van de homobeweging, die vindt dat gays en trans-personen eigenlijk helemaal niet zoveel met elkaar gemeen hebben behalve dat ze een minderheid zijn. Die verlangen terug naar de tijd dat je nog 'gewoon' poot of pot was, de regenboogvlag wapperde en dat je niet al die letters van het alfabet hoefde op te noemen.
Er is geen volledige, maar wel enige correlatie tussen opvattingen en generatie. Ook binnen de lhbtiq+ beweging zie je vernieuwers, dikwijls jong, en conservatieven, vroeger was het leuker. Maar er is meer dat de plek van trans-personen binnen de regenboogcommunity lastig maakt.
Ten eerste is er een verschillende coming out beleving. Voor veel homo's is hun coming out een van de meest ingrijpende levenservaringen die zij kennen. Zet een paar homomannen en lesbische vrouwen in de kroeg en het gesprek gaat binnen vijf minuten over 'wanneer en hoe ben jij uit de kast gekomen'. Trans-personen hebben ook een coming out. Een grote. Maar die verloopt soms in meerdere stappen en op meerdere terreinen van gender en seksualiteit. Eerst homo, dan travestiet, dan trans-gender, dan medische transformatie bijvoorbeeld, waarbij je dan zomaar weer hetero kunt eindigen in je nieuwe lichaam. Ook hebben sommige trans-personen niet het voornemen om altijd 'uit de kast te blijven'. Een trans-persoon kan juist het verlangen hebben om na een heel goed gelukte medische transformatie een zo onzichtbaar mogelijk 'normaal heteroleven' te hebben. De verbintenis met de lhbtiq+ beweging verdwijnt dan, en veel gay's zien transactivisme dan ook als tijdelijk en daarmee onbetrouwbaar. De vroege ervaring van veel homo's met eenzaamheid en verbroken vriendschappen, maakt dat zij het risico op pijn bij 'verdwijnen van kameraadschap' liever niet opnieuw aangaan. Overigens geldt dat niet voor alle trans-personen. Een voorbeeld van een activistische transvrouw is van model Loïza Lamers die makkelijk als prachtige hetero vrouw door het leven kan gaan en er toch voor kiest steeds weer open te zijn over haar trans zijn.
Een ander roze olifantje in de kamer is het thema van politiek belang en seksisme en de positie van vrouwen binnen de lhbtiq+ beweging. Dat gedoe is van alle tijden. In 'the old days' was er altijd gedoe binnen het COC omdat homomannen, toch ook gewoon gesocialieerd als man, zich dominant opstelden tegenover lesbische vrouwen, gesocialiseerd als vrouw. Meer macht naar zich toetrokken, een betere sociaal economische positie hadden, minder te maken hadden gehad met seksueel geweld dan lesbische vrouwen. Lesbische vrouwen zijn kwetsbaar. Ze zijn homo- én vrouw en hebben te maken met dubbele (of als je ook nog zwart , joods, allochtoon bent of een handicap hebt driedubbele) achterstelling. Lesbische vrouwen hebben vaker ervaring met seksueel geweld op straat, door het simpele feit dat ze zonder bescherming van een man rondlopen. Van oudsher hebben lesbische vrouwen gevochten om een eigen plek in de lhbtiq+ gemeenschap met vrouwencafe''s, vrouwenfeesten, eigen subsidies. Voor hen is het verwarrend als de scheiding tussen man-vrouw op losse schroeven komt te staan, omdat ze daarmee hun veilige plek kwijtraken. In de VS is er gedoe in women only sauna's, als er een trans-persoon met penis binnen komt lopen en de vrouwelijke bezoekers nu juist zo graag piemelvrij wilden recreëren. Travestieten en sommige trans-personen spelen graag met karikaturen rondom mannelijkheid en vrouwelijkheid. Dan wordt een biologische lesbische vrouw trans. Gaat in transformatie. Testosteron gebruiken en experimenteren met mannelijk stereotype gedrag en gaat zich, volgens lesbische vriendinnen, dan opeens heel raar 'macho' gedragen. Of een travestiet treedt op en zet een clichébeeld van domme blonde vrouw op struikelende hakken neer, waartegen politiek geëngageerde lesbische vrouwen nu juist zo lang hebben gestreden. Al zijn trans-personen, travestieten en homomannen en lesbische vrouwen allemaal minderheid op het spectrum van sexe, seksualiteit en gender, dat wil geenszins zeggen dat zij dezelfde politieke en maatschappelijke agenda's delen. Het argument van sommige gays zoals binnen de Roze Leeuw dat 'ze niks hebben met de trans agenda', is net zo waar als het argument vanuit de pride lhbtiq+ community dat 'solidariteit binnen een toch al kleine gemeenschap wezenlijk is'.
Het derde thema dat tot verdeeldheid lijdt, is de vraag of expliciet maken van geaardheid en genderidentiteit nu juist beklemmend of bevrijdend is. Van oudsher is de homobeweging bezig om hokjes tussen mannen en vrouwen- en tussen homo- en heteroseksualiteit ter discussie te stellen en te verminderen. Met activisme, humor, veelkleurigheid en diversiteit. De oude regenboogvlag stond voor 'alle geaardheid onder de zon in harmonie met elkaar samen beleven' en voor 'adieu met de hokjes'. Daarin mocht en kon er veel. De nieuwe vlag, waarin veel meer identiteiten en kleuren hun eigen plek hebben, leidt ook steeds opnieuw tot gedoe rondom plek en kleur. In mijn eigen 'goede oude tijd', waren transoperaties niet het hot onderwerp, simpelweg omdat er minder mogelijkheden waren, maar werd er door lesbische vrouwen en homomannen rijkelijk geëxperimenteerd met genderexpressie en seksualiteit. Dat gaf veel vertier en een eigen bubbel waarin veel mocht en kon. Het leven was lollig, grenzen fluïde en seks uitdagend en enigzins provocatief. Zakdoekcodes voor seksuele voorkeuren, potige lesbo's die dildo's van allerlei soorten en formaten in hun spijkerbroek frummelden en tot genoegen van lipstick dykes gebruikten, prachtig uitgedoste ballroomdansmannen op hoge hakken, leernichten in de Warmoestraat, darkrooms zelfs voor vrouwen (die altijd snel een stille dood stierven omdat het toch wat geklungel was). Met het benoemen van pronounces en expliciet maken van genderidentiteit lijken er, volgens sommige mensen, juist weer meer hokjes gekomen en ontstaan er nieuwe normen om je dan ook volgens dat hokje te gedragen. Zo hebben non-binaire jongeren te maken met gehoon als ze een dagje lippenstift opdoen. Wordt er op een podcast een heel gedoe gemaakt van het gebruik van een dildo als 'eerste keer in mijn nieuwe lijf' en krijg je als bleue plattelander die in Amsterdam gaat studeren gelijk de vraag toegespeeld 'wat je bent en hoe je jezelf noemt', terwijl je daar nog nooit over hebt nagedacht maar erg graag met de jongens uit het karbietschietteam wilde zoenen. Ronduit eng is het verschijnsel dat in sommige streng religieuze gemeenschappen, ook in Nederland, transseksualiteit onder dwang als aanvaardbaar alternatief voor homoseksualiteit wordt gekozen. Na Thailand heeft Iran het meeste transoperaties; je kunt als onderschepte homoman kiezen tussen gevangenisstraf en marteling, of zeggen dat je eigenlijk een vrouw bent en in transformatie gaan. De nieuwe lhbtiq+ beweging ziet pronounces en integratie van transgenders in de gemeenschap als blikverruimend en bevrijdend, terwijl veel roze activisten uit eerdere tijden het als een stap terug en verpreutsing en vermindering van diversiteit zien. En soms dus zelfs als onderdrukking van homoseksuele gevoelens. 'Vroeger had je gewoon hele stoere potten, nu ben je dan gelijk non-binair' verzuchten de oudjes soms stiekem onderling, om daarna snel te zeggen 'dat het wel heel goed is die nieuwe vlag'.
Met z'n allen onder de regenboog
Dank dat je de moeite hebt genomen je door dit epistel heen te werken, of je nu zelf lhbtiq+er bent, cis straight as hell, of gewoon ouderwets gay. Of je nu betrokken zorgprofessional bent of overweldigde buitenstaander. Of je nu je pronouns in je bio hebt staan of dat erg ingewikkeld vindt. Heel blij bent met het lijf dat je in de wieg is toegekomen of smacht naar aanpassing ervan. In deze long read heb ik gepoogd de roze olifantjes en taboes rondom het thema transgender personen te benoemen en van duiding te voorzien en daarmee enige rust te brengen in het gedoe. Ik hoop van harte dat het leidt tot iets meer wederzijds begrip binnen- en buiten de veelkleurige gemeenschap. Want over een ding zijn roze rakkers en antropologen het wél eens. Daar waar de druk en uitsluiting van gemarginaliseerde groepen in de samenleving toeneemt, ontstaat er meer gedoe en conflict in die minderheidsgroep. Er is weer toenemende uitsluiting en geweld tegen genderdiversen, homomannen, lesbische vrouwen en trans-personen. De straat is, ook in Amsterdam, al lang niet meer van ons. 'We' kunnen het ons simpelweg niet permiteren om ons bezig te houden met geneuzel en interne polarisatie. Dus hup, de barricaden op. Met gelijkgestemden of als je sommige mensen niet zo beschouwt dan pruim je elkaar maar even. We hebben een regenboog te winnen, maar vooral een wereld van tolerantie en veelkleurigheid te verliezen.
- * De term transseksualiteit wordt veel gebruikt. Veel trans-personen gebruiken zelf liever de term trans-persoon of transgender. Dat doe ik daarom ook. Met een spatie, omdat je naast transgenderheid natuurlijk nog veel meer kenmerken hebt. Soms gebruik ik voor de leesbaarheid de term transgender en bij meer medische onderwerpen bewust transseksualiteit.
- ** Met erkentelijkheid aan Indi Braun. LHBTIQ+ activist en student linguïstiek voor het doorlezen van de conceptversie en het me inwijden van passend taalgebruik.
- *** Uitvoerig beschreven in het boek van psychiater Esther van Fenema 'Het verlaten individu'. Met Esther heb ik erg veel verrijkende gesprekken over dit complexe thema gevoerd. Ze heeft mijn geest gescherpt.